Niemand had ooit de Rode Prinses gezien, want zij was opgegroeid binnen de muren van het Witte-Torenpaleis. Pas op haar twaalfde verjaardag kwam zij naar buiten om in een feestelijke rijtoer aan het volk te worden getoond. Het was een lange stoet met allemaal plechtige personen; pas aan het eind verscheen de rode koets waarin de twaalfjarige met haar rode haren gezeten was. Het volk rekte de hals om haar eindelijk te zién, maar vóór de eerste glimp gebeurde er iets verschrikkelijks: woeste rovers...
Sprookjes
Nederlands
|
3 uur |
Rubinstein, Amsterdam |
2009
Luisterboek (digitaal)