Met haar vertrek naar een oppashuis in het verre noorden hoopt Julia dat haar leven een nieuwe wending zal nemen, ver van haar oude bestaan. Direct nadat ze in het besneeuwde witte huis is aangekomen, in een buitenwijk van de stad, laat de buurman luidruchtig van zich horen. De bewoners van het oppashuis vertrekken al snel naar het zuiden. In een kast vindt Julia krantenartikelen die verhalen over een drama dat zich in het nabijgelegen hotel heeft afgespeeld, een mysterie dat ze wil ontrafelen. In de enige winkel van de wijk leert ze Eileen kennen, die net als zij vreemdeling is. Als een restauranthouder haar vertelt over het noodlottige voorval in het hotel, is Julia's nieuwsgierigheid gewekt. De dag erna wandelt ze naar het vervallen hotel aan het meer, waar ze de eigenaar treft, die verdachte was van een moord. Even erna voegt haar buurman zich bij hen. Als Julia's liefde haar verblijdt met een bezoek, betekent dat een abrupt einde van haar verblijf. Bron: Flaptekst, uitgeversinformatie