“Ze ging op zoek naar de kat en vond hem in de keuken op het aanrecht, op exact dezelfde plek als waar haar date ook graag zat als ze in de keuken waren, waarschijnlijk om zijn lengte te compenseren. Zittend op het aanrecht stak hij een halve kop boven haar één meter vijfentachtig uit. Loes vond het smerig als hij dat deed. Ze gaf de kat een duw en zei: ‘D’r af jij, Thomas!’ Ze moest lachen, want in een opwelling noemde ze hem Thomas, net als haar date van die nacht.” Loes staat symbool voor al die vrouwen die meerdere mislukte relaties achter de rug hebben. Is het angst om te binden? Is het angst om verlaten te worden? Ligt het aan haar of aan al die mannen? Ze is net de vijftig gepasseerd als er bij toeval twee katers in haar leven komen. Ze ziet gelijkenissen tussen de katers en de mannen in haar leven en slaat aan het verzamelen; een kat voor elke man. Bron: Flaptekst, uitgeversinformatie
Meer informatie
Anderen bekeken ook
-
Jogchum Vrielink
-
Scott Turow
-
Van een kat die te veel pretentie had
Marnix Gijsen
-
De klapwaakster, of Hoe de dansplaag begon
Diane Busink